
Gewoon goed spellingonderwijs!
De laatste tijd staat het leesonderwijs centraal in het nieuws: steeds meer kinderen hebben moeite met technisch- en begrijpend lezen, maar hoe zit het eigenlijk met spellingonderwijs?
Sinds ik dit jaar ben gestart met het werken met Staal2, ging er een wereld voor me open. Het was even wennen, want het voelde heel klassikaal en er leek weinig tijd voor eigen inoefening. Dit zette me aan het denken: waarom wordt spelling op deze manier aangeboden? Wat is de achterliggende gedachte? In deze blog duik ik in waarom spelling moeilijker is dan lezen, hoe een goede instructie eruitziet en aan welke criteria een goede spellingles voldoet.
Wat maakt spellen moeilijker dan lezen?
Lezen en spellen zijn nauw met elkaar verbonden, maar spelling is voor veel kinderen een grotere uitdaging. Dit komt doordat bij lezen visuele tekens worden omgezet naar klanken en betekenis, terwijl bij spelling het omgekeerde gebeurt.
Bij lezen staat het woord vast op papier, waardoor je er eindeloos naar kunt kijken en het makkelijker kunt ontcijferen. Bij spellen is dat anders: het woord wordt uitgesproken en verdwijnt direct, waardoor je uit je geheugen moet werken. Daarnaast is lezen eenvoudiger omdat je letters omzet naar klanken, terwijl spellen lastiger is door de vele spellingsmogelijkheden.
Als je het woord 'goud' zou lezen, weet je dat de foneem g, ou en d/t erbij hoort. Bij spelling is dit proces complexer. Zo kan de klank /g/ als g of ch worden geschreven, en kunnen ou klanken als /ou/au/ouw/auw en d als d/t/dt gespeld worden. Dit maakt spellen minder vanzelfsprekend dan lezen.
Veel mensen denken dat je door veel te lezen vanzelf leert spellen, maar dat is een misvatting. Natuurlijk helpt lezen bij het herkennen van woorden, maar goed spellen vraagt om veel meer. Er zit namelijk veel meer structuur in onze taal dan we ons realiseren. Kinderen hebben enorm veel baat bij duidelijke aanwijzingen en regels. Wanneer je begrijpt waarom een woord op een bepaalde manier wordt geschreven, kun je die kennis steeds opnieuw toepassen.
Kritisch kijken naar je methode
Als we naar de definitie van spelling kijken, betekent het: een woord of een zin helemaal uit je hoofd correct opschrijven. Daarom is het goed om kritisch te kijken naar hoe we spelling aanbieden en deze definitie steeds weer in onze achterhoofd houden:
-
Heeft het zin om kinderen woorden een paar keer te laten lezen om ze te leren spellen?
-
Heeft het zin om kinderen woorden simpelweg over te laten schrijven?
-
Heeft het zin om kinderen een invuloefening te laten maken waarbij ze alleen ei of ij invullen?
-
Heeft het zin om kinderen een lijntje te laten trekken tussen een woord en een plaatje?
Het antwoord is nee. Ik hoor je nu denken, maar hoe dan wel? Door spellingsregels voor te doen, leerlingen actief woorden te laten analyseren en het dictee als oefening te gebruiken in plaats van als overhoring, kunnen we het spellingonderwijs versterken.
Goede instructie: modeling en actieve analyse
Hoe moeten de kinderen nadenken bij het schrijven van een woord, als ze niet eens weten waar ze over na moeten denken?
Effectief spellingonderwijs begint met een duidelijk lesdoel, waarbij een specifieke spellingregel centraal staat. Bijvoorbeeld de regel van aai, ooi, oei-woorden. Als leerkracht model je hierbij hardop het denkproces: Ik hoor het woord haai. Ik hoor de klank 'aai', dat is een aai, ooi, oei-woord. Ik heb geleerd dat ik bij deze woorden altijd de 'i' schrijf. Door deze expliciete uitleg begrijpen kinderen de regel en kunnen ze deze actief toepassen. Modellen is de key, ook in de bovenbouw!
Daarnaast hebben veel kinderen baat bij visuele ondersteuning. Bij iedere categorie zit vanuit de Staal methode een gebaar. Dit wordt nogal eens onderschat.
Als leerkracht moet jij kinderen faciliteren in hun leerproces. Dit doe je niet door simpelweg een woord te noemen en het direct te laten opschrijven. In plaats daarvan bied je een gestructureerde aanpak waarin kinderen het woord analyseren en nadenken over de categorie en regel. Een effectieve manier om dit te doen is door na ieder gedicteerd woord de kinderen met hun schoudermaatje te laten overleggen: welke categorie hoort hierbij, welke regel is van toepassing? Of je kan ze op een formulier de bijhorende categorie/regel laten aanwijzen/omcirkelen. Pas nadat ze het woord geanalyseerd hebben en de bijhorende spellingregel hebben bedacht, schrijven ze het woord op. Op deze manier denken kinderen actief na over spelling en worden ze bewust van de onderliggende structuren in taal.
Opstelling in de klas
Een fijne manier om het leren van spelling is door te werken met een busopstelling in de klas. Dit betekent dat leerlingen in rijtjes achter elkaar zitten en allemaal naar het bord kijken. Dat heeft meerdere voordelen. Er kan makkelijk met een schoudermaatje overlegd worden. Even snel samen bedenken welke spellingsregel bij een woord hoort voordat ze het opschrijven? Superhandig! Daarnaast zorgt deze opstelling ervoor dat iedereen goed zicht heeft op het bord, zodat de instructie inclusief gebaren duidelijker binnenkomt. Ook sluit deze opstelling goed aan bij de schrijfrichting: kinderen schrijven van links naar rechts.
Het dictee als oefening, niet als overhoring
Het spellingdictee krijgt een steeds grotere en klassikale tijdsinvulling, maar in veel klaslokalen wordt het dictee nog steeds ingezet als een overhoring: een manier om te controleren of kinderen de woorden goed hebben geleerd. Terwijl je dit dictee wilt inzetten om na te denken over de regel die er in het woord zit en dan pas te laten opschrijven. Vervolgens wordt het dictee nagekeken, maar dan ben je al te laat. Er hoeft dan niet meer nagedacht te worden over de regel.
In plaats van lange momenten van zelfstandig oefenen zonder directe feedback, wordt er in de nieuwere spellingsmethodes ingezet op korte, effectieve oefenmomenten die aansluiten op de instructie. Hierdoor wordt de kans op het inslijpen van fouten verkleind en krijgen kinderen direct begeleiding bij hun denkproces.
Hoe biedt je differentiatie tijdens het klassikale dictee?
De spellingles is vrij klassikaal, ook voor kinderen die de stof al goed beheersen. Maar hoe kun je toch differentiatie aanbieden? Het begint met inzicht: wat weten de kinderen al en waar hebben ze nog moeite mee?
Wil je vooruitlopen op de lesstof, dan kun je alvast een nieuwe spellingcategorie introduceren. Hiervoor heb je geschikte woorden nodig: zowel woorden die binnen de categorie vallen als woorden die dat niet doen. Zo kunnen kinderen actief nadenken over de regel en het onderscheid leren maken.
Een andere manier om te differentiëren is met een visueel dictee. Laat een stapel woorden om de beurt kort aan elkaar zien, laat de kinderen ze vervolgens opschrijven en vraag hen daarna te beredeneren aan elkaar waarom een bepaalde spellingregel van toepassing is. Op deze manier stimuleer je niet alleen het geheugen (woordbeeld), maar ook het bewuste nadenken over spelling.
Met deze kennis verrijkte ik mijn eigen les door het maken van een categoriekaart. Voordat een woord wordt opgeschreven, omcirkelen de kinderen eerst de juiste categorie. Zo worden ze geforceerd om na te denken over de bijbehorende regel.
Het resultaat? Minder onnodige fouten en meer bewuste schrijvers!