Omgekeerd bingo!
Doel van het spel:
Het doel is om als eerste je hele kaart vol te krijgen door woorden of getallen die de leerkracht voorleest, aan te vullen en zo je bingokaart vol te krijgen.
Voorbereiden:
- Verdeel je wisbordje in 12 vakken, of gebruik het bijgevoegde werkblad.
- In de bovenste 6 vakken schrijf je woorden of getallen die passen bij een categorie die de leerkracht kiest (bijvoorbeeld langermaakwoorden, keersommen of begrippen, enz.).
Hoe speel je?
- De leerkracht leest om de beurt een woord of getal voor.
- Als het woord of getal niet op jouw kaart staat, schrijf je het in een leeg vakje.
- Als het woord of getal wel op je kaart staat, zet je een streep onder het woord of getal.
Wie wint?
Degene die als eerste zijn of haar hele kaart vol heeft, roept: "BINGO!" en wint het spel!
Waarom is dit spel leuk?
Aan het einde van de les hebben de kinderen niet alleen veel plezier, maar hebben ze ook in no-time 12 woorden of sommen geoefend. Een perfecte win-win!
Variatie – VAKGEBIEDEN:
Omgekeerde bingo kan niet alleen gebruikt worden voor rekenen, spelling of woordenschat, maar is ook ideaal voor het inoefenen van begrippen uit zaakvakken (zoals geschiedenis, aardrijkskunde of natuurkunde). De leerkracht kan zelf bepalen welke categorieën of onderwerpen de bovenste 6 vakken vullen, zodat het spel zich aan verschillende leerdoelen aanpast.